Wat brengt Prinsjesdag op het gebied van het formele belastingrecht?

In het Belastingplan 2025 en de Fiscale Verzamelwet 2025 geen grote systeemwijzigingen, wel een aantal aanpassingen. Hieronder vind je een kort overzicht.

Schuldonderzoek bij boetes

Het meest opvallend is misschien wel de bepaling die niet wordt ingevoerd. Het kabinet was voornemens om per 1 januari 2025 een afzonderlijke bepaling in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) op te nemen over schuldonderzoek.

Na op- en aanmerkingen van de Raad van State over de wetsbepaling wordt op dit moment van invoering afgezien. 

Hoewel het kabinet vindt dat het voorgestelde wetsartikel slechts een explicitering betreft van een reeds bestaande bevoegdheid, ziet het op dit moment toch van invoering af. Het kabinet gaat naar aanleiding van het advies van de Raad van State de voorgestelde bepaling van een nadere toelichting voorzien. 

Verlengde termijnen voor deelnemers boete

Mededaders krijgen geen belastingaanslag en dus kan een boete niet bij de belastingaanslag worden opgelegd. De boete wordt bij een afzonderlijke beschikking opgelegd. Welke termijnen gelden daarvoor?

Voor de termijnen waarbinnen aan een mededader een boete kan worden opgelegd, wordt volgens het kabinet zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande aanslagtermijnen (art. 67ob AWR).

De bepaling voorziet op dit moment echter niet in de mogelijkheid een boete op te leggen als de inspecteur gebruik maakt van de verlengde navorderings- of naheffingstermijn.

De aanpassing van art. 67ob AWR maakt het straks mogelijk om ook een boete op te leggen aan mededaders als de inspecteur gebruik maakt van de 12 jaarstermijn.

De bepaling treedt per 1 januari 2025 in werking en heeft directe werking maar geldt niet voor gevallen waarvan de termijn (5 jaar) om een boete op te leggen al was verstreken. De termijn kan dus niet herleven.

Belastingrenteregeling

In artikel 30hb AWR is bepaald dat het percentage van de belastingrente bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. Daaraan wordt toegevoegd dat het in rekening te brengen percentage kan verschillen van het te vergoeden percentage belastingrente. 

Volgens de toelichting wordt de bepaling aangepast om deze op een lijn te brengen met de rechtspraak van de Hoge Raad. De wijziging dient er volgens de toelichting ook toe om in de toekomst flexibeler te kunnen zijn. 

Invorderingsrente

De aanpassing van de invorderingsrente regeling betreft volgens het kabinet een herstel van een omissie. Bij de aanpassing van de regeling in 2013 is abusievelijk de mogelijkheid uit de wet gehaald om rente in rekening te brengen als een belastingaanslag wordt verminderd/voldaan door achterwaartse verliesverrekening. Met de voorgestelde wijziging wordt dit hersteld. De wijziging zal naar verwachting per 1 januari 2027 in werking treden.