Aan welke voorwaarden moet bij een verzoek om ambtshalve vermindering inkomstenbelasting worden voldaan?
Als de belastingplichtige het niet eens is met de aanslag maar de bezwaartermijn inmiddels is verstreken, kan belastingplichtige een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Een verzoek om ambtshalve vermindering wordt in behandeling genomen als aan een aantal voorwaarden is voldaan.
Welke voorwaarden gelden er voor het in behandeling nemen van een verzoek om ambtshalve vermindering?
Voorwaarden in behandeling nemen verzoek om ambtshalve vermindering
De voorwaarden voor het in behandeling nemen van een verzoek kun je vinden in art. 45aa van het Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001. De uitvoeringsregeling vermeldt 5 voorwaarden. In de praktijk spelen voornamelijk de volgende 2 voorwaarden:
- Het verzoek moet op tijd worden ingediend;
- Het mag niet zijn gedaan naar aanleiding van nieuwe rechtspraak.
Verzoek te laat ingediend
Het verzoek om ambtshalve vermindering moet binnen 5 jaar na het einde van het kalenderjaar waarop de belastingaanslag ziet, zijn ingediend. Een verzoek om ambtshalve vermindering voor het jaar 2019 moet dan bijvoorbeeld voor het einde van het jaar 2024 zijn gedaan. Wordt het verzoek later ingediend dan wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Dat geldt ook als een navorderingsaanslag meer dan 5 jaar na het einde van het kalenderjaar waarop de navordering ziet, wordt opgelegd.[1] Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen als er voor het doen van aangifte uitstel is verleend, maar ook als de inkomens- of vermogensbestanddelen in het buitenland zijn opgekomen. De navorderingstermijn is in dat laatste geval 12 jaar.
Dat betekent dat de mogelijkheid om een verzoek om ambtshalve vermindering te vragen niet altijd meer openstaat. De Hoge Raad heeft beslist dat dit de keuze van de regelgever is geweest en dat dit niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.
Dat is anders als belastingplichtige het verzoek te laat heeft ingediend maar hij ten aanzien van de te late indiening niet in verzuim was. Een na het einde van de 5 jaarstermijn ingediend verzoek moet namelijk wel in behandeling worden genomen als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belastingplichtige in verzuim is geweest.[2] Belastingplichtige moet de feiten en omstandigheden naar voren brengen waaruit dit volgt.
Nieuwe rechtspraak
Een verzoek om ambtshalve vermindering wordt ook niet in behandeling genomen als het wordt ingediend naar aanleiding van rechtspraak gewezen na het onherroepelijk worden van de belastingaanslag.
Een meer recent voorbeeld hiervan is de rechtspraak over het box 3 inkomen. De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 – kort gezegd – beslist dat de zogeheten vermogensrendementsheffing vanaf het jaar 2017 in strijd is met Europese regelgeving. De Hoge Raad besliste voorts dat vanaf het jaar 2017 hiervoor rechtsherstel moet worden geboden.
Dat geldt dus alleen voor aanslagen die op dat moment nog niet onherroepelijk waren. Voor aanslagen voor het jaar 2017 en later die op dat moment al onherroepelijk waren, kan niet via de weg van de ambtshalve vermindering herstel worden verkregen.[3]
De staatssecretaris van Financiën kan beslissen het rechtsherstel uit te breiden, maar in het geval van box 3 heeft de staatssecretaris dat niet gedaan.
Bezwaar tegen afwijzing
Een afwijzende beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering inkomstenbelasting wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking genomen. Hiertegen kan dus bezwaar worden gemaakt en na afwijzing daarvan kan beroep worden ingesteld bij de belastingrechter.
Wordt het verzoek niet in behandeling genomen omdat niet aan de voorwaarden zou zijn voldaan, check dat dan goed, want deze voorwaarden worden door de belastingrechter strikt toegepast.
Meer weten?
Wil je weten hoe ik hier in mijn praktijk mee omga? Iedere vrijdag deel ik dat per mail in een wekelijkse update. Vind je het leuk om deze updates te ontvangen? Meld je dan aan via deze link.
Meer over de verplichtingen die ondernemers hebben vind je ook in mijn boek ‘Winnen van de belastingdienst? Doe je zo!’. Meer weten over het boek klik dan op de link Winnen van de belastingdienst.
[1] HR 2 december 2022, nr. 22/00198, ECLI:NL:HR:2022:1795.
[2] HR 29 november 2019, nr. 19/02386, ECLI:NL:HR:2019:1871.
[3] HR 20 mei 2022, nr. 21/04407, ECLI:NL:HR:2022:720.