Die vraag kwam op naar aanleiding van een civiel kort geding over een conflict naar aanleiding van diverse informatieverzoeken van de Belastingdienst.
Wat is er aan de hand?
Tot begin 2008 verrichten belanghebbenden de werkzaamheden via een eenmanszaak. Vervolgens gieten zij de werkzaamheden in een structuur met buitenlandse vennootschappen. In 2013 verlaten ze Nederland en in 2014 wordt de structuur opnieuw gewijzigd.
In maart 2016 stelt de Belastingdienst vragen hierover. Omdat de Belastingdienst meent dat belanghebbenden onvoldoende meewerken, worden er zogenoemde informatiebeschikkingen opgelegd waarin de Belastingdienst vaststelt dat belanghebbenden onvoldoende meewerken aan de informatieverzoeken. Belanghebbenden maken hiertegen bezwaar en na afwijzing stellen zij beroep in bij de belastingrechter.
Hangende het beroep ontvangt de Belastingdienst relevante informatie van de FIOD over onder meer geldstromen. Met die informatie is de Belastingdienst in staat om navorderingsaanslagen vast te stellen en stuurt een voornemen aan belanghebbenden.
Kort geding civiele rechter
Het opleggen van de navorderingsaanslagen zou tot gevolg hebben dat de informatiebeschikking komt te vervallen en dat de rechtmatigheid daarvan niet meer door de belastingrechter kan worden getoetst. Om dat te voorkomen starten belanghebbenden het kort geding. De Belastingdienst/ Staat laat de kans niet onbenut en vordert in deze procedure alsnog nakoming van de informatieverzoeken op straffe van een dwangsom.
De rechtbank wijst de vordering van belanghebbenden af en wijst de vordering van de Belastingdienst toe. Belanghebbenden gaan tegen die laatste beslissing in hoger beroep. Hangende het hoger beroep legt de Belastingdienst de voorgenomen navorderingsaanslagen met vergrijpboetes op.
Het Hof wijst het hoger beroep van belanghebbenden af en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Het hiertegen gerichte cassatieberoep wordt door de Hoge Raad op 18 maart 2022 zonder nadere motivering verworpen.
Welke rol speelt de rechter?
Na het lezen van de uitspraken, vraag ik mij af wat deze hele procedure nu heeft opgeleverd? De rechter richt zich op de juridische kant van het conflict. Kort en bondig komt dat neer op beantwoording van de vraag of de Belastingdienst kan handelen zoals het heeft gedaan?
Ja, zegt de civiele rechter in drie instanties. Ok, duidelijk maar heeft het ook iets opgelost
Gevolgen uitkomst civiele procedure
Stel belanghebbenden geven geen opvolging aan de uitspraken van de civiele rechter. Dat betekent dat de Belastingdienst via de Staat de dwangsom kan vorderen. Dat betekent weer een nieuwe procedure en nog steeds niet de gewenste informatie.
Stel belanghebbenden geven wel opvolging aan de uitkomst van de civiele procedure en ze verstrekken de informatie. De navorderingsaanslagen zijn grotendeels al opgelegd. Kan het dan nog ergens toe leiden? Leidt de informatie tot een lagere belastingheffing, dan moeten de navorderingen worden verminderd. Blijkt uit de informatie dat er te weinig is geheven dan kan voor de jaren waarin de termijn nog niet is verstreken mogelijk opnieuw worden nagevorderd, waarna door belanghebbenden opnieuw een procedure kan worden gestart.
Met andere woorden de uitkomst leidt mogelijk alleen maar tot nog meer procedures.
Kan het ook anders?
Het begint natuurlijk bij partijen zelf. Ik beschik alleen over de uitspraken en niet over het onderliggende dossier dus ik beschik niet over ins en outs. Wat ik uit de uitspraken afleid, is dat zowel belanghebbenden als de Belastingdienst zich niet erg constructief lijken op te stellen.
De Belastingdienst vindt dat belanghebbenden niet voldoende meewerken en kiest voor de weg van de informatiebeschikking. Daarmee is het eerste conflict geboren. Hangende die procedure ontvangt de Belastingdienst informatie waarmee het kennelijk mogelijk is navorderingsaanslagen op te leggen en wil dat ook doen en dan ontstaat er een volgend conflict dat leidt tot de civiele procedure.
Had de civiele procedure niet voorkomen kunnen worden door in ieder geval de uitkomst van het beroep tegen de informatiebeschikking af te wachten en dan tot navordering over te gaan? Heeft de Belastingdienst onderzocht of belanghebbenden daarvoor openstonden of was een gesprek niet mogelijk?
In de civiele procedure gooit de Belastingdienst naar mijn mening olie op het vuur door via de civiele procedure de gevraagde informatie alsnog af te dwingen. Het mag misschien wel, maar moet je dat dan ook doen?
Het onderliggende conflict heeft vaak niets met de juridische werkelijkheid te maken. Om het onderliggende conflict te kunnen onderzoeken zijn andere vragen relevant, zoals ‘Was de Belastingdienst al bevooroordeeld bij de start van het onderzoek? Waarom worden de gegevens niet verstrekt? Zijn belanghebbenden plat gezegd uit op het conflict of speelt er op de achtergrond iets anders?’. Via die weg kunnen partijen wellicht weer met elkaar in contact komen.
Ook als de belastingplichtige echt totaal niet meewerkt, is het de vraag of de Belastingdienst het hele juridische arsenaal moet inzetten. Het gaat dus ook om welke strategie partijen kiezen. Waarom zijn belanghebbenden bijvoorbeeld een kort geding gestart? Was een gesprek met de Belastingdienst niet meer mogelijk of wilden ze dat zelf niet en werd iedere handeling van de Belastingdienst aangegrepen om een nieuw conflict te creëren? Waarom gaat de Belastingdienst daarin mee?
Komt het tot een procedure dan zou de rechter in dit soort zaken verder kunnen kijken dan alleen naar het juridische conflict. Alleen het juridische conflict beslechten zonder het onderliggende probleem daarin te betrekken, biedt naar mijn mening geen oplossing en leidt mogelijk alleen maar tot nieuwe procedures.
Hebt u vragen over het oplossen van conflicten? Neem gerust contact met mij op via info@taxstudio.nl of 020 244 16 22.