Is een termijnoverschrijding in bezwaar of beroep eerder verschoonbaar?

De Hoge Raad heeft zich recent in een tweetal arresten (5 en 19 april 2024) uitgelaten over hoe de verschoonbaarheid bij termijnoverschrijding thans moet worden beoordeeld (HR 19 april 2024, nr. 22/01767, ECLI:NL:HR:2024:625 en HR 5 april 2024, nr. 22/04246, ECLI:NL:HR:2024:515). 

De lat bij verschoonbare termijnoverschrijding is verlaagd. Er zal daardoor in bepaalde gevallen eerder sprake zijn van verschoonbare termijnoverschrijding. Hierna lees je meer over de aanleiding en wat er is veranderd.

Wetsvoorstel 'Wet versterking waarborgfunctie Awb 

Sinds 1 februari 2024 ligt ter consultatie het wetsvoorstel ‘Wet versterking waarborgfunctie Awb’. Voorgesteld wordt onder meer om de lat bij de verschoonbare termijnoverschrijding te verlagen. Er zal daardoor eerder sprake zijn van verschoonbare termijnoverschrijding. In de voorgestelde tekst van art. 6:11 Awb kunnen ook bijzondere persoonlijke omstandigheden ertoe leiden dat sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. 

Als de indiener van een bezwaar of beroepschrift pas na het verstrijken van de indieningstermijn met de belastingaanslag bekend is geworden en deze is wel goed is bekendgemaakt, is het volgens het voorstel redelijk om hem een langere termijn te gunnen dan de 14 dagen die nu vaak wordt gehanteerd. 

Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven van 30 januari 2024 

Vooruitlopend op de wetgeving heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (het College) al in zijn uitspraak van 30 januari 2024 de rechtsregels over de verschoonbare termijnoverschrijding al aangepast (CBB 30 januari 2024, nr. 22/1049, ECLI:NL:CBB:2024:31). 

Bij beantwoording van de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar is, moet worden beoordeeld of 'redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest´. Volgens het College zijn hierbij 2 aspecten van belang. In de eerste plaats is van belang of de termijnoverschrijding aan de indiener kan worden toegerekend en in de tweede plaats of de indiener het bezwaar- of beroepschrift zo spoedig mogelijk als dit redelijkerwijs kon worden verlangd, heeft ingediend. 

1. Kan de termijnoverschrijding worden toegerekend? 

Bijzondere omstandigheden 

Het College oordeelt dat bij de beoordeling van de termijnoverschrijding voortaan ook meer rekening moet worden gehouden met bijzondere omstandigheden die de indiener van het bezwaar- of beroepschrift betreffen. Hierbij kan worden gedacht aan persoonlijke omstandigheden, zoals psychisch onvermogen, ernstige ziekte of het overlijden van een naaste. Daarnaast kan worden gedacht aan externe omstandigheden die bij de indiener voor overbelasting of stress zorgen, zoals een natuurramp, een besmettelijke dierziekte op het bedrijf of een brand in de woning of bedrijfspand. Deze opsomming is slechts een voorbeeld en is niet limitatief. Als zich bijzondere omstandigheden voordoen, moet de indiener volgens het College ook minder snel worden tegengeworpen dat hij geen gemachtigde heeft ingeschakeld. 

Geringe verwijtbaarheid 

Thans is het zo dat het niet tijdig indienen van een bezwaar- of beroepschrift een indiener niet kan worden tegengeworpen als hem ten aanzien van het te late indienen geen enkel verwijt kan worden gemaakt. De te late indiening kan hem volgens het College voortaan ook niet meer worden tegengeworpen als hem een gering verwijt kan worden gemaakt. Of sprake is van 'geringe verwijtbaarheid' hangt af van de omstandigheden van het geval. Hierbij moet volgens het College worden betrokken de mate van de deskundigheid en professionaliteit van de burger, onderneming of organisatie. Ook de omvang van de termijnoverschrijding speelt bij de beoordeling een belangrijke rol. Ook is van belang of er derde belanghebbenden zijn. In belastingzaken speelt dat meestal niet. Ook het belang van het bestuursorgaan speelt een rol. 

Bewijs 

Het College ziet ook aanleiding om minder strikte eisen aan het bewijs van de bijzondere omstandigheden te stellen. Er mogen 1) geen onnodig hoge eisen worden gesteld aan de bewijsmiddelen en 2) het bestuursorgaan of de rechter moeten de indiener voorlichten over de punten waarover deze nog bewijs zou moeten leveren. Over hoe dat in de praktijk moet worden toegepast, laat het College zich niet uit. 

2. Zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs kan worden verlangd 

Als de belanghebbende pas kennisneemt van het besluit als de bezwaar- of beroepstermijn geheel of grotendeels is verstreken, werd het bezwaar- of het beroepschrift niet verwijtbaar te laat gevonden, als het alsnog binnen 2 weken na kennisneming was ingediend. Ook dat behoeft aanpassing volgens het College. Voortaan wordt een termijn van 6 weken gehanteerd. Hiermee wordt aangesloten bij de bezwaar- en beroepstermijn. 

Arresten Hoge Raad van 5 en 19 april 2024 

In zijn arresten van 5 en 19 april 2024 sluit de Hoge Raad aan bij de door het College geformuleerde rechtsregels en verwijst ook naar de uitspraak van het College van 30 januari 2024. 

Kan de termijnoverschrijding worden toegerekend? 

Bijzondere omstandigheden 

In zijn arrest van 5 april 2024 beslist de Hoge Raad dat er geen reden is om art. 6:11 Awb te beperken tot die gevallen waarin de betrokkene feitelijk niet in staat was om het rechtsmiddel aan te wenden. Beoordeeld moet worden of in redelijkheid van de indiener kan worden gevergd tijdig beroep in te stellen. Als dat niet van hem kan worden gevergd, kan hem ook niet zonder meer worden tegengeworpen dat hij iemand anders had moeten inschakelen of dat hij een pro forma beroepschrift had moeten indienen. Bij de beoordeling of betrokkene maatregelen had moeten treffen, komt het erop aan of dat onder de gegeven omstandigheden van hem kon worden gevergd. 

Geringe verwijtbaarheid 

In zijn arrest van 19 april 2024 beslist de Hoge Raad dat bij geringe verwijtbaarheid, de termijnoverschrijding niet langer aan de indiener kan worden toegerekend. Of daarvan sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval. De hoedanigheid en de deskundigheid kunnen daarbij een rol spelen. Ook kan betekenis toekomen aan andere factoren, zoals de informatie die het bestuursorgaan aan de indiener heeft verstrekt en de voortvarendheid waarmee alsnog bezwaar- of beroep is ingesteld.  

Zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs kan worden verlangd 

Ook de Hoge Raad verlengt de termijn waarbinnen het bezwaar- of beroepschrift niet verwijtbaar te laat is ingediend van 2 naar 6 weken na kennisneming van het besluit. De ontwikkelingen in de bestuursrechtspraak geven volgens de Hoge Raad daartoe aanleiding. 

De in die arresten geformuleerde rechtsregels gelden  volgens de Hoge Raad niet alleen in beroep maar in alle fases van een procedure. 

In de praktijk 

De lat voor de verschoonbare termijnoverschrijding is door deze ontwikkeling in de rechtspraak lager komen te liggen, maar geldt dit ook voor een professional, een belastingadviseur, die te laat bezwaar- of beroep heeft ingesteld? 

Wil je verder lezen? Schrijf je in via de knop  'Abonneer je hier!' hieronder en ontvang wekelijks naast een samenvatting, ook meer over de context en de toepassing:

Wil je wekelijks alleen een korte samenvatting van de actualiteit ontvangen? Meld je dan aan via deze link


Lees het hele artikel op Tax Studio Online

Dit deel van het artikel is een gratis onderdeel van het gehele artikel. Wil je de rest ook lezen? Lees dan verder op Tax Studio Online en in max 10 mins per week

Lees je over context en toepassing

Krijg je en houd je overzicht van het formele belastingrecht

Blijf je op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen

Vind je de artikelen eenvoudig terug op onderwerp in een database