In juni van dit jaar schreef ik ook een blog over dit onderwerp. Per 1 januari 2023 wordt de belastingrenteregeling namelijk aangepast voor onder meer de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting.[1] Heeft de Belastingdienst al een periode over het belastingbedrag beschikt dan kan de inspecteur de in rekening gebrachte belastingrente verminderen.
Afgelopen vrijdag op 18 november 2022 heeft de Hoge Raad beslist dat in een dergelijk geval helemaal geen belastingrente is verschuldigd. De procedure had betrekking op de vennootschapsbelasting.
Wat voegt dit arrest toe?
Volgens de wettelijke bepaling kan de inspecteur de belastingrente verminderen als de Belastingdienst al een periode over het bedrag beschikte. Met andere woorden de inspecteur zou er onder omstandigheden ook van kunnen afzien. Met dit arrest lijkt dat niet meer te kunnen. Als de Belastingdienst al een periode over het bedrag heeft beschikt dan is er volgens de Hoge Raad geen belastingrente verschuldigd en moet de belastingrente dus worden verminderd.
Volgens de wetgeving moet de belastingplichtige daarom verzoeken. Het is de vraag of dat houdbaar is. Als er geen belastingrente is verschuldigd dan kan het dus ook niet in rekening worden gebracht. Het zou dan op de weg van de Belastingdienst liggen om daar uitvoering aan te geven. Neemt wat mij betreft niet weg dat het verstandig is om er zelf om te verzoeken als dit speelt.
Omzetbelasting en loonbelasting
De wetgeving geldt in eerste instantie niet voor de omzetbelasting en loonbelasting. Voor de loonbelasting en de omzetbelasting gaat de wetgeving vanaf 1 januari 2026 gelden of eerder als dat mogelijk is.
Het arrest van de Hoge Raad heeft betrekking op een aanslagbelasting, de vennootschapsbelasting, maar waarom zou de door de Hoge Raad geformuleerde rechtsregel niet ook gelden voor de loonbelasting en omzetbelasting? De wetgever heeft immers onderkend dat dit probleem zich daar ook voor kan doen. Kan de invoering wel worden uitgesteld?
Renteberekening tot einde betaaltermijn
De Hoge Raad heeft voorts beslist dat de rechtsregel niet geldt voor de periode dat de belastingaanslag al is betaald, terwijl de betaaltermijn nog niet is verstreken.
De belastingrente wordt namelijk berekend tot het einde van de betaaltermijn. Betaalt de belastingplichtige eerder dan betekent dit dat er ook rente wordt berekend over een periode dat de Belastingdienst al over het bedrag beschikte. De Hoge Raad merkt ten aanzien daarvan op dat de wetgever dit heeft onderkend en aanvaard. Een enigszins ruwe renteberekening is volgens de Hoge Raad door de wetgever beoogd.
Wanneer van toepassing?
De wetgeving gaat gelden voor alle gevallen die bij invoering van de wet op 1 januari 2023 nog niet onherroepelijk waren. Ook het arrest van de Hoge Raad kan gelden voor gevallen die nog niet onherroepelijk zijn. Een verzoek om ambtshalve vermindering zal geen effect hebben omdat onherroepelijke belastingaanslagen niet worden verminderd naar aanleiding van nieuwe jurisprudentie.
Meer weten? Neem gerust contact met mij op. Ik ben te bereiken via info@taxstudio.nl of 020 244 16 22.
[1] De Fiscale Verzamelwet 2023 is op 10 november 2022 aangenomen door de Eerste Kamer.